Mariëlle Westeneng
22 juni 201122 juni was het dan zo ver. Na twee keer dat het niet door kon gaan gingen we nu echt naar vliegveld Hilversum.
Ik vond het heel spannend want ik had nog nooit gevlogen.
Samen met mijn broer Stefan en papa mocht ik met piloot Mariëlle in een echt vliegtuig. Mama en mijn zus Susanne bleven achter.
Eerst kreeg ik een mooi hoogvlieger T-shirt en pet. Deze heb ik gelijk aangetrokken.
Hierna gingen we kijken waar we naartoe gingen vliegen op een grote kaart. Eerst zouden we over de plaatsen vliegen waar de opa’s en oma’s wonen om daarna over ons huis te vliegen.
Toen liepen we naar het vliegtuig. Een mooi vliegtuig waar we met zijn vieren in konden met veel glas zodat we alles om ons heen goed konden zien. Allemaal kregen we een koptelefoon op met een microfoon die we goed bij onze mond moesten houden als we wilden praten. Nadat de piloot alles gecontroleerd had werd de toren opgeroepen. Hier snapte ik niets van, maar Mariëlle zij dat het goed was. We gingen naar de startbaan waar weer alles gecontroleerd werd en weer wat aan de toren gevraagd werd. Toen we opmochten stijgen maakte het vliegtuig heel veel lawaai en gingen we over de het gras steeds sneller en sneller. Na een poosje ging het vliegtuig de lucht in en werd het schudden een stuk minder. De piloot maakte een scherpe bocht en nu vlogen we langs de snelweg.
Nu mocht ik van Mariëlle vliegen. De grote stok die voor mij zat moest ik eerst kleine beetjes naar voor, achter, links en rechts doen. Nu ik een beetje doorhad hoe het moest mocht ik verder vliegen. Ik vond het geweldig om het allemaal te mogen doen. En wat kan je veel zien van boven. Papa vertelde wel eens als we langs iets bekends kwamen, maar ik herkende het niet. Ook niet toen we boven ons eigen huis vlogen. Opa en opa hebben ook nog naar ons gezwaaid, maar dat hebben we niet gezien. Bij ons huis ging de piloot even zelf vliegen zodat we een paar keer langs ons huis konden vliegen. Ondanks dat we een hele poos hebben gevlogen leek het alsof het maar een klein poosje was. We waren zo weer terug in Hilversum. Mariëlle zette het vliegtuig weer netjes op de grond en rolde naar de kant van het grasveld toe.
Ik had er zo lang naar uitgekeken en nu was het alweer voorbij. Maar het was nog niet voorbij want Mariëlle vertelde dat ik moest vragen of ik ook op de toren mocht kijken. Daar worden alle vliegtuigen in de gaten gehouden. Toen ik uitgelegd kreeg dat ik de toren kon vragen door op een klein knopje op de stuurknuppel te drukken zei ik: “Ik ben Mariëlle, mag ik op de toren komen kijken”. Toen zei een meneer in de toren dat dat mocht. Het was heel leuk om in de toren te kijken. Hierna gingen we nog even met de piloot naar het clubhuis om na te praten over de vlucht. Ik mocht toen ook nog vragen stellen en Mariëlle wist heel veel van het vliegtuig. Ik heb nog een echt hoogvlieger diploma gekregen en hierna was alles echt voorbij. Het was een hele gezellige middag waar ik op school nog veel over heb verteld.
Mariëlle Lugard en stichting Hoogvliegers bedankt we zullen dit niet snel vergeten!
Mariëlle Westeneng en haar ouders.
Ik vond het heel spannend want ik had nog nooit gevlogen.
Samen met mijn broer Stefan en papa mocht ik met piloot Mariëlle in een echt vliegtuig. Mama en mijn zus Susanne bleven achter.
Eerst kreeg ik een mooi hoogvlieger T-shirt en pet. Deze heb ik gelijk aangetrokken.
Hierna gingen we kijken waar we naartoe gingen vliegen op een grote kaart. Eerst zouden we over de plaatsen vliegen waar de opa’s en oma’s wonen om daarna over ons huis te vliegen.
Toen liepen we naar het vliegtuig. Een mooi vliegtuig waar we met zijn vieren in konden met veel glas zodat we alles om ons heen goed konden zien. Allemaal kregen we een koptelefoon op met een microfoon die we goed bij onze mond moesten houden als we wilden praten. Nadat de piloot alles gecontroleerd had werd de toren opgeroepen. Hier snapte ik niets van, maar Mariëlle zij dat het goed was. We gingen naar de startbaan waar weer alles gecontroleerd werd en weer wat aan de toren gevraagd werd. Toen we opmochten stijgen maakte het vliegtuig heel veel lawaai en gingen we over de het gras steeds sneller en sneller. Na een poosje ging het vliegtuig de lucht in en werd het schudden een stuk minder. De piloot maakte een scherpe bocht en nu vlogen we langs de snelweg.
Nu mocht ik van Mariëlle vliegen. De grote stok die voor mij zat moest ik eerst kleine beetjes naar voor, achter, links en rechts doen. Nu ik een beetje doorhad hoe het moest mocht ik verder vliegen. Ik vond het geweldig om het allemaal te mogen doen. En wat kan je veel zien van boven. Papa vertelde wel eens als we langs iets bekends kwamen, maar ik herkende het niet. Ook niet toen we boven ons eigen huis vlogen. Opa en opa hebben ook nog naar ons gezwaaid, maar dat hebben we niet gezien. Bij ons huis ging de piloot even zelf vliegen zodat we een paar keer langs ons huis konden vliegen. Ondanks dat we een hele poos hebben gevlogen leek het alsof het maar een klein poosje was. We waren zo weer terug in Hilversum. Mariëlle zette het vliegtuig weer netjes op de grond en rolde naar de kant van het grasveld toe.
Ik had er zo lang naar uitgekeken en nu was het alweer voorbij. Maar het was nog niet voorbij want Mariëlle vertelde dat ik moest vragen of ik ook op de toren mocht kijken. Daar worden alle vliegtuigen in de gaten gehouden. Toen ik uitgelegd kreeg dat ik de toren kon vragen door op een klein knopje op de stuurknuppel te drukken zei ik: “Ik ben Mariëlle, mag ik op de toren komen kijken”. Toen zei een meneer in de toren dat dat mocht. Het was heel leuk om in de toren te kijken. Hierna gingen we nog even met de piloot naar het clubhuis om na te praten over de vlucht. Ik mocht toen ook nog vragen stellen en Mariëlle wist heel veel van het vliegtuig. Ik heb nog een echt hoogvlieger diploma gekregen en hierna was alles echt voorbij. Het was een hele gezellige middag waar ik op school nog veel over heb verteld.
Mariëlle Lugard en stichting Hoogvliegers bedankt we zullen dit niet snel vergeten!
Mariëlle Westeneng en haar ouders.